Dr. K.T.A. (Klaske) Elving

Gepromoveerde Dudoc-Alfa


Publicaties

  • Elving, K., & Bergh, H. van den (2015). Gewicht in de schaal; Op zoek naar manieren om havisten betere teksten te laten schrijven. Levende Talen Tijdschrift, 16(2), 26-36.- Download
  • Elving, K., & Bergh, H. van den (2016). Bruggen bouwen; Havisten leren om coherente teksten te schrijven. Levende Talen Tijdschrift, 17(1), 24-35.- Download
  • Elving, K., & Bergh, H. van den (2017). Doen we weer Booster? Het effect van een digitale en interactieve schrijfcursus op tekstkwaliteit in havo 4. Pedagogische Studiën, 94(4), 330-347.- Download
  • Elving, K., Rijlaarsdam, G., & Bergh, H. van den (2018). Effectieve revisie tijdens het schrijfproces van havisten. Levende Talen Tijdschrift 19(1), 14-25.- Download
  • Elving, K., & Bergh, H. van den (2018). We leren nu ook hóe je moet schrijven. Didactische boosts voor het schrijfonderwijs in havo 4. In Bloemert, J., Glopper, K. de, Lowie, W., Ravesloot, C., Veen, K. van, & Graus, J. (Red.), Vakdidactisch onderzoek en de onderwijspraktijk (pp. 18-21). Utrecht: Levende Talen. - Download

Opleiding en achtergrond

Doctoraal diploma Nederlandse Taal- en Letterkunde, Vrije Universiteit Amsterdam

Master Special Educational Needs Taalspecialist, Hogeschool Windesheim Zwolle

Werkkring

Bureau voor Noordelijke Gemeenten Groningen

Promotieonderzoek

Op zoek naar een passende havo-schrijfdidactiek

Lang geleden studeerde ik Nederlands aan de VU in Amsterdam en inmiddels ben ik alweer jarenlang docent Nederlands. Op school ben ik in de havo-bovenbouw iedere dag, samen met de leerlingen, bezig met uitdagende vaardigheden. Met name het aanleren van de schrijftaak vind ik, als moedertaaldocent, complexe materie. Hoe leid je een schrijfopdracht in? Welk onderwerp kies je of mogen de leerlingen zelf kiezen? Welke beoordelingscriteria zijn relevant? Hoe kan het dat een leerling die de spellingregels goed beheerst in een dictee zoveel spelfouten maakt in een betoog? Waarom lukt het de ene leerling wel om vooraf een goed bouwplan op te stellen, terwijl de andere leerling maar niet lijkt te begrijpen wat daarvan de bedoeling is? De vragen zijn legio, de mogelijke antwoorden ook.

Dankzij mijn master special educational needs heb ik twee jaar geleden enig onderzoek kunnen doen naar mogelijke didactische aanpassingen van het schrijfonderwijs op onze school. Toen ging ik, als taalspecialist in spe, op zoek naar didactische verbeteringen vanuit de dimensie van dyslectische leerlingen en andere leerlingen met taalproblemen. Het was opvallend dat sommige aanpassingen die ik toen op kleine schaal uitprobeerde, zoals het schrijven-in-duo’s en het hardop nadenken terwijl ik voor de klas een alinea schreef op het digibord, niet alleen de dyslectische leerlingen, maar alle leerlingen in de havo-bovenbouw van nut leken te zijn.

Grondig literatuuronderzoek en gedegen vormgegeven experimenten vormen nu de logische volgende stap. Juist nu, nu de roep om verbetering van de schrijfvaardigheid van leerlingen ook maatschappelijk zo luid klinkt, wil ik me volledig inzetten om een wetenschappelijk verantwoorde èn praktisch uitvoerbare schrijfdidactiek te ontwikkelen die niet alleen de havisten zal helpen om beter beslagen ten ijs te verschijnen op de vervolgopleidingen, maar die ook de docenten zal helpen om effectiever en efficiënter de leerlingen te begeleiden bij het aanleren van de schrijftaak. Het aansluiten bij diverse veelbelovende digitale ontwikkelingen past bovendien uitstekend bij de huidige generatie leerlingen in de havo-bovenbouw.

06/05/2019

Nederlands

Universiteit Utrecht