In dialoog: 10 jaar Vakdidactiek Geesteswetenschappen – Programma
Hieronder vind je meer informatie over de verschillende programmaonderdelen van de bijeenkomst op 6 april. Je hoeft je niet van tevoren aan te melden voor de workshops, dat kan ter plaatse. Klik hier voor meer informatie over de locatie en hoe je je kunt aanmelden voor de bijeenkomst. Meld je z.s.m. aan, maar in ieder geval voor 2 april.
Programma
16:00 uur: welkom
16:10 uur: ‘In dialoog’, opening door Theatergroep Aluin
16:45 uur: workshopronde 1
17:30 uur: pauze met catering en posterpresentaties van docent-onderzoekers
18:45 uur: workshopronde 2
19:30 uur: panel over vakvernieuwing
20:00 uur: slot
Workshops
Ronde 1 | Redeneren | Maatschappij | Teaching to the test | Promotie |
Ronde 2 | PWS | Wereldburgerschap | Paarsgewijze tekstvergelijking (en VONK) |
Beschrijvingen workshops
Ronde 1
Redeneren binnen taal- en cultuurvakken
door Ronald Blankenborg en Peter-Arno Coppen
Op basis van een redeneermodel voor het geschiedenisonderwijs (van Jannet van Drie en Carla van Boxtel) zijn er in de afgelopen jaren invullingen gemaakt voor literair-historisch redeneren (Sander Bax en Erwin Mantingh) en taalbeschouwelijk redeneren (Roy Dielemans en Peter-Arno Coppen). Het model lijkt daarmee een goede blauwdruk voor andere domeinen. In deze workshop gaan we samen aan de slag hiermee, om te inventariseren hoe je dit zou kunnen gebruiken binnen je eigen vak. Hoe vul je zelf – en met je leerlingen! – het model nader in?
De maatschappij in het klaslokaal: omgaan met gevoelige kwesties
door Marjolein van Herten, Pieter de Bruijn en Sandra Karten m.m.v. Jeroen Dera (onder voorbehoud), Bregje Prent, Naomi Nagtegaal, Warda El-Kaddouri
Als docent word je regelmatig geconfronteerd met (potentieel) gevoelige kwesties. Zo kunnen onderwerpen die samenhangen met identiteit of met een traumatische gebeurtenis behoorlijk wat emoties losmaken in de klas. Aan de hand van een concrete casus reflecteren we in deze paneldiscussie op mogelijke strategieën om daarmee om te gaan.
Teaching to the test
door Nivja de Jong; Jacqueline Evers-Vermeul
Docenten willen natuurlijk graag dat leerlingen voldoendes halen voor hun toetsen, en stemmen de werkvormen in hun lessen daarom vaak af op de gekozen toetsvorm. Door deze ‘teaching to the test’ kan toetsing een grote invloed hebben op de voorafgaande lessen. In een ideale wereld zou de toets afgestemd moeten zijn op de voorgenomen leerdoelen. In deze workshop gaan we samen aan de slag met eigen toetsen van de deelnemers, om daarvan te leren en die toetsen waar mogelijk te verbeteren, zodat teaching to the test een positieve(re) uitwerking zal krijgen op de voorafgaande lessen.
Na de promotie
Sebastiaan Dönszelmann (VU) & Lidewij van Gils (UvA)
Wat verandert er voor leraren die zijn gepromoveerd? De ervaring van jarenlang wetenschappelijk onderzoek kan op verschillende manieren worden ingezet binnen en buiten de school. Maar gebeurt dat ook? En wat is er nodig om de eigen professionele ontwikkeling te kunnen voortzetten?
In deze workshop worden resultaten gepresenteerd van een enquête onder gepromoveerde docenten. De deelnemers verkennen samen welke mogelijkheden er zijn na de promotie en welke randvoorwaarden en eventueel benodigde acties daarbij horen. Zowel het perspectief van de individuele docent, als dat van de school, als een landelijk perspectief wordt in deze verkenning betrokken. De workshop richt zich voornamelijk op gepromoveerde docenten en schoolleiders, maar ook promovendi en andere belangstellenden zijn van harte welkom.
Posterpresentaties
“Dit is handig voor de toekomst”: Het leren beoordelen van de betrouwbaarheid van bronnen in de geschiedenisles
Door Maartje van der Eem
In tijden waarin nepnieuws en desinformatie veel gebruikte begrippen zijn, is het belangrijk om leerlingen te leren hoe ze kunnen bepalen of informatie betrouwbaar is of niet. In de geschiedenislessen is er aandacht voor deze vaardigheid, maar veel leerlingen vinden het lastig om dit goed toe te passen. Centraal in mijn promotieonderzoek staat daarom de vraag hoe we leerlingen beter kunnen aanleren om (historische) bronnen op betrouwbaarheid te beoordelen. Op mijn poster laat ik zien hoe ik via vier deelstudies in kaart heb gebracht hoe vaardig leerlingen zijn, hoe ze denken over het leren van de vaardigheid, hoe er in de les op meer gestructureerde manier aandacht kan worden besteed aan het leren beoordelen van de betrouwbaarheid van bronnen en wat de effecten daarvan zijn.
Hebben leerlingen deskundige begeleiding nodig bij het lezen van literaire teksten? Naar begeleid diep lezen in het voortgezet onderwijs
Door Mira Beukering
We hypothesized that adolescents show less interest in reading literature due to difficulty comprehending the unique language used in literary texts. This study examines whether guided reading of literary texts can improve students’ comprehension and thus increase their appreciation for reading literature. The expert guidance focused students’ attention on key language in the text by asking questions, promoting deep reading (Wolf 2009), which involves making inferences, connections and interpretations. The study was designed as a within-subject experiment (N = 20) in grades 10 and 11 of pre-university education. We compared guided reading of a literary text to independent reading with the task of generating questions. Results showed that guided reading improved comprehension, and 80% preferred it. Despite high overall text appreciation, we could not prove the impact of guided reading on appreciation of the text. The study provides practical principles for guiding students while reading.
Op zoek naar een didactiek voor dieper begrip van literair-historische teksten in de vwo-bovenbouw
Trefwoorden: literatuurhistorische redeneren, onderzoeksdidactiek, burgerschap, vwo-bovenbouw, motivatie
Door Oeds van Middelkoop
De meeste docenten Nederlands prioriteren in de literatuurles leesbevordering en individuele ontwikkeling aan de vwo-bovenbouwklassen. Dat is nodig, want leerlingen die zich vertillen aan het literaire niveau van hun boekenlijst verliezen hun leesmotivatie. Toch kent die boekenlijst ook de verplichting tot het lezen van drie oudere teksten van voor 1880 (een arbitrair jaartal: ook W.F. Hermans is voor leerlingen ‘historisch’). Die drie teksten liggen lastig.
Bij toenemende ontlezing kennen veel docenten handelingsverlegenheid bij lessen over Vondel, Wolff en Deken of Multatuli: leerlingen begrijpen historische teksten en hun context niet, zien verouderd taalgebruik en missen de notie dat die teksten actueel kunnen zijn: wij staan met onze huidige maatschappelijke problemen op de schouders van reuzen.
Dat leerlingen steeds minder lezen veroorzaakt dalende leesvaardigheidsresultaten. De Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur drongen in een leesoffensief (2019) aan op normversoepeling bij de tekstkeuze: ‘Je laat leerlingen die Geronimo Stilton net ontgroeid zijn toch niet onvoorbereid op Couperus los?’ De twee organisaties vinden de afstand tussen tekst en lezer hier te groot. Klopt deze redenering wel? Mijn onderzoek geeft aandacht aan het woord ‘onvoorbereid’: als leerlingen iets lezen wat binnen hun referentiekader ‘Anders’ is (ouder, literairder) en hen uit hun comfortzone haalt, dan wordt het leesproces een onderzoeksproces: onbekende historisch-literaire context of afwijkende ideeënwereld moet worden verkend. ‘Lezen’ wordt ‘leren onderzoeken.’ ‘Tekstbegrip bevragen’ wordt begeleiden bij een onderzoek.’ ‘Literatuuronderwijs’ wordt ten dele ‘burgerschapsonderwijs’: wie het Andere wil begrijpen prikkelt zijn voorstellingsvermogen en zo ontstaat empathie.
Het onderzoek sluit aan bij eerder onderzoek naar strategieén om tot diep begrip te komen: Tanja Janssen (2009) beschrijft hoe dialogisch lezen leerlingen activeert om vragen te stellen, Marloes Schrijvers (2019) bewijst dat daarmee zelfinzicht en empathie wordt bevorderd, Martijn Koek (2022) bewijst hoe een ge-de-automatiseerd leesproces leidt tot kritisch denken over literatuur en Patrick Rooijackers (2023) bediscussieert het nut van teksten met vragen voor diep begrip. Als leerlingen literairhistorische teksten leren waarderen als spiegels van heden en verleden, door hun eigen interessante en relevante vragen en onderzoekjes, dan verwacht ik dat ze een completer ‘mentaal model’ van tekst en context realiseren dan leerlingen die docentvragen beantwoorden.
Ik ontwerp en test een didactiek die vwo-bovenbouwleerlingen leert onderzoek doen naar teksten die hen vanuit hun historiciteit confronteren met de Ander, maar ook nieuw licht werpen op onze actualiteit: macht en manipulatie in 17e-eeuws theater in Amsterdam, interculturele liefdesrelaties in de Middeleeuwen, de postkoloniale erfenis bij Max Havelaar, #MeToo, rebellie en reputatieschade bij Sara Burgerhart.
Leerlingen in de experimentgroepen ervaren de keuzeruimte van zelfstandig onderzoek, met theorievorming, instrument- en methodekeuzes. De controles werken aan dezelfde teksten, maar werken docentgestuurd: zij verzinnen geen vragen. Een pre- en een posttest meten de opbrengsten van het experiment bij het verkennen van onbekende oude teksten. Een leerlingenenquête brengt lezersprofielen en evaluatievragen samen. Interviews met leerlingen en docenten bevragen de motivatie en evalueren het project. Ik hoop zo erachter te komen in hoeverre de interpretatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden en motivatie verbeteren bij leerlingen die leren historische teksten zelfstandig te onderzoeken.
Het gesprek in de klas over gevoelige historische onderwerpen
Door Bregje Prent
In een samenleving waarin door migratie en internet conflicterende perspectieven bij elkaar komen in het klaslokaal, is het van belang dat (geschiedenis)docenten zich vaardig en zelfverzekerd voelen om het onderwijsleergesprek over gevoelige onderwerpen in goede banen te leiden. Dit is geen gemakkelijk opdracht want hoe zorg je ervoor dat leerlingen hun mening geven, naar elkaar luisteren en dat de verschillende denkbeelden op een historisch verantwoorde manier worden onderzocht? In dit onderzoek worden de benadering van dialogisch onderwijs en de expliciete instructie over multiperspectiviteit en de ethische dimensie aangedragen om het onderwijsleergesprek over gevoelige onderwerpen op een constructieve wijze te voeren. Een lessenserie op basis van deze principes geeft handvatten voor de professionalisering van docenten. De expliciete instructie over multiperspectiviteit en de ethische dimensie, kan een effect hebben op de mate waarin leerlingen in staat zijn om op een opbouwende manier deel te nemen aan het onderwijsleergesprek over gevoelige onderwerpen.
Language acquisition in interactive speaking tasks: EFL classroom practices in the Netherlands
Door Chris Veldwijk
Speaking about a wide range of topics requires that students have a wide linguistic repertoire. Interactive speaking tasks in the EFL classroom provide opportunities for learning new and more complex language, enabling students to improve their interactive speaking skills. Input processing, experimenting with new language in a speaking task, and reflecting on the output, are necessary means to this end. It is unclear however, what teachers do to to foster complex language learning in interactive speaking.
An interview study that was conducted in The Netherlands in 2022 aimed to describe classroom practices for interactive speaking and increasing complexity. Ten teachers of different secondary schools were interviewed about their pedagogical approaches in upper-intermediate and pre-university ESL speaking lessons. One of the main questions in these interviews was: what do teachers do in order to foster pupils’ acquisition of new and more complex linguistic language through interactive speaking tasks?
In this presentation the results will be shared and discussed, as well as the pedagogical implications.
Vakoverstijgend onderwijs op het gymnasium: kansen en knelpunten
Door Sandra Karten
Vakoverstijgend onderwijs kent vele voordelen. Interdisciplinariteit helpt leerlingen de wereld vanuit verschillende perspectieven te bekijken (Lattuca, Voigt, & Faith 2004). Bovendien kan het overladenheid en versnippering van het curriculum tegengaan (Abbenhuis et al. 2008). Ondanks deze voordelen heeft vakoverstijgend onderwijs niet een essentiële plek in het voortgezet onderwijs in Nederland (Folmer et al. 2017).
Alle leerlingen, in alle afdelingen van het voortgezet onderwijs in Nederland, kunnen profiteren van vakoverstijgend onderwijs. Het hier gepresenteerde onderzoek richt zich specifiek op het gymnasium. Uit rapporten blijkt dat vakoverstijgend onderwijs ook hier moeilijk van de grond komt, hoewel gymnasiumdocenten dat wel zouden willen (BGV 2015, 2020).
Met welke problemen worden gymnasiumdocenten geconfronteerd bij het ontwikkelen van vakoverstijgend onderwijs? Wat hebben gymnasiumdocenten nodig om vakoverstijgend onderwijs (nog) beter te laten slagen en duurzaam te maken?
Aan de hand van twee methodes, een breed uitgezette enquête en een focusgroep, zijn hier data over verzameld en geanalyseerd, die vandaag in een poster gepresenteerd worden.
Een belangrijke conclusie is dat de problemen niet alleen betrekking hebben op het vakoverstijgende onderwijs zelf, maar bijvoorbeeld ook op de behoefte aan ontwikkeltijd en het ervaren van steun op school. Ook blijkt dat vakoverstijgend onderwijs vaak bovenop bestaande curricula ontwikkeld wordt. Dit overlaadt dus het curriculum, terwijl het op papier overladenheid juist moet tegengaan. Bovendien voelen docenten zichzelf ook ‘overladen’. Zij hebben het gevoel ‘ook nog’ interdisciplinair te moeten lesgeven, naast het werken aan vakspecifieke curricula. Deze conclusies zijn een belangrijk startpunt voor de volgende fase van dit onderzoeksproject, namelijk het ontwikkelen van een didactisch instrument voor vakoverstijgend onderwijs, waarmee (gymnasium)docenten geholpen worden dit type onderwijs succesvol vorm te geven.
Zien lezen, dieper lezen
Effectiviteit van een procesgerichte leesdidactiek proza en poëzie voor havo/vwo 4
Door Corina Breukink
In vijftien havo 4- en vwo 4-klassen hebben we de effecten van een experimenteel leesprogramma getest dat zich richt op het verdiepen van de leesvaardigheid, via een pretest-posttest onderzoeksontwerp met een experimentele groep (tien klassen) en een controlegroep (vijf klassen). Leerlingen en hun docenten Nederlands hebben in een periode van zes lesweken gewerkt met zes experimentele lessen waarin de focus is op het observeren en evalueren van contrasterende leesprocessen van leeftijdgenoten via eye movement modeling examples (EMME) en het reflecteren op het eigen leesproces. Dit heeft geleid tot een significante vooruitgang voor het lezen van ‘zakelijke teksten’ (ES = .66), ‘korte verhalen’ (ES = .66) en ‘poëzie’ (ES = .81). Bovendien blijkt uit de leerverslagen, de evaluatieopdrachten en de interviews dat deze leerlingen zich bewust zijn geworden van hun eigen leesproces en hoe zij dit kunnen verbeteren. Verder blijkt uit de post-then-pre-test dat leerlingen in de experimentele conditie veranderingen in hun leesproces in relatie tot aspecten van diep lezen bovengemiddeld en hoger hebben ingeschat dan de leerlingen in de controleconditie. Kortom, de resultaten van deze studie tonen aan dat een leesprogramma met een focus op leesprocessen van leerlingen, gebaseerd op observerend leren via EMME waarin ook aandacht is voor het lezen van niet-zakelijke teksten en poëzie in het bijzonder, de leesvaardigheid van leerlingen in de havo/vwo-bovenbouw verbetert.
Ronde 2
PWS-begeleiding: een goed begin is het halve werk
door Maaike Koffeman en Bert Le Bruyn
In deze praktische workshop bieden wij je handvatten voor het begeleiden van profielwerkstukken in de taal- en zaakvakken. Waar kunnen leerlingen geschikte onderwerpen vinden, hoe help je bij het formuleren van een goede onderzoeksvraag en welke onderzoeksmethoden kun je aanreiken? Door het opstartproces van het PWS goed te stroomlijnen, voorkom je dat leerlingen de weg kwijtraken en komen ze echt toe aan onderzoek doen.
Wereldburgerschap: idealen en obstakels
m.m.v. Sandra van Voorst, Chiel van den Akker, Esther Schat, Marijke Huisman, Nienke Draaisma, Sander Bax, Marije Michel
We starten de workshop met drie korte inleidingen, waarbij we ingaan op de wettelijke opdracht, visies op (wereld)burgerschap in verschillende vakken, en de praktijk op school. Vervolgens onderzoeken we in kleinere samenstelling welke visies op (wereld)burgerschap er bestaan, en welke obstakels docenten op scholen tegenkomen bij het vormgeven aan burgerschapsonderwijs.
Paarsgewijze tekstvergelijking
door Janneke Stuulen
Docenten besteden nogal wat tijd aan het geven van feedback. Maar onderzoek toont aan dat leerlingen prima in staat zijn elkaar feedback te geven. Paarsgewijs vergelijken is een methode die je tijdens de les kunt gebruiken om leerlingen feedback te geven op elkaars teksten. Door middel van paarsgewijs vergelijken ontwikkelen leerlingen oog voor de tekstkwaliteit. Paarsgewijs vergelijken levert rijke feedback op, afkomstig van verschillende feedbackgevers. Ervaar zelf tijdens deze workshop hoe paarsgewijs vergelijken werkt en leer op basis van wetenschappelijke inzichten hoe je het in je lessen succesvol in kan zetten.
Panel over vakvernieuwing (plenair)
m.m.v. Carla van Boxtel, Sebastiaan Dönszelmann, Erwin Mantingh
Alle schoolvakken staan op de drempel van een vakvernieuwing, voor Nederlands en de moderne vreemde talen zijn er al commissies aan de slag. Sluiten de eerste indrukken van betrokken docenten en vakexperts aan bij de wensen die leven bij de aanwezigen? Welke actuele, overkoepelende geesteswetenschappelijke thema’s of invalshoeken spelen een rol?